Financiële analyse
Welkom > Inhoudsopgave > Bestuursverslag > Financiële analyse

Netto verdiende premies
De bruto verdiende premies stijgen met 4,7% (€ 1,274 miljoen) naar € 28,438 miljoen. De branche motorrijtuigen Casco daalde met 15,2%. Dit als gevolg van een gewijzigde premie-allocatie tussen motorrijtuigen Casco en motorrijtuigen WA, waarbij er meer premie naar motorrijtuigen WA is gegaan en minder naar motorrijtuigen Casco. Het herverzekeringsaandeel in de premies bedroeg 40,8% (2023: 40,7%). De netto premies voor eigen rekening stegen met 4,4% naar € 16,825 miljoen (2023: € 16,112 miljoen).
Schadelast eigen rekening
De schadelast eigen rekening kwam uit op € 8,631 miljoen (51,3% van de premies, 2023: 50,8%) en vertoont een stabiele ontwikkeling. In de branches motorrijtuigen Casco en WA nam de schadelast toe met € 2,351 miljoen naar € 5,751 miljoen met een positieve uitloop op voorgaande jaren van € 58 duizend (negatieve uitloop 2023: € 774 duizend). In de branches brand en algemene aansprakelijkheid nam de schadelast af met € 1,900 miljoen naar € 2,880 miljoen, vanwege een positieve uitloop op voorgaande jaren van € 3,293 miljoen (positieve uitloop 2023: € 2,001). Dit is mede het gevolg van een gunstige afwikkeling van schades.
Beleggingsopbrengsten
De beleggingsopbrengsten stegen met € 250 duizend naar € 1,289 miljoen (2023: € 1,039 miljoen). Dit is het gevolg van hogere rente op obligaties en op bank- en spaartegoeden. Het gemiddelde rendement op beleggingen en liquide middelen is 2,18% (2023: 1,85%). Het beleggingsbeleid van NV VGA kenmerkt zich door een prudent karakter met beleggingen bij partijen met hoge kredietwaardigheid in vastrentende producten (zoals obligaties, deposito’s en staatsleningen). Waardering vindt plaats tegen aflossingswaarde.
Bemiddelingsopbrengsten
De totale bemiddelingsopbrengsten in 2024 zijn licht gedaald naar € 2,513 miljoen (2023: € 2,539 miljoen). De bemiddelingsopbrengsten particulieren stegen met € 5 duizend, de zakelijke bemiddelingsopbrengsten daalden met € 32 duizend. Zoals eerder benoemd komt dit door een terugval van grote bouwprojecten in de stad.
Bedrijfskosten
De bedrijfskosten bedragen € 7,903 miljoen (27,8% van de premieomzet, in 2023: € 7,221 miljoen resp. 26,6% van de premieomzet). De stijging wordt verklaard door trendmatig hogere personeelskosten en hogere overige kosten, waaronder met name adviseurskosten. NV VGA voert een gemeenschappelijke bedrijfsvoering met de Directie VGA van de gemeente Amsterdam. Op basis van het eerder vermelde kostenverdeelmodel is door de Directie VGA voor € 4,258 miljoen aan loonkosten doorbelast aan NV VGA, terwijl NV VGA daartegenover voor € 694 duizend kosten heeft doorbelast aan de Directie VGA voor toe te rekenen werkzaamheden.
Fiscale positie
De winst uit belaste activiteiten bedraagt € 170 duizend, terwijl de winst uit onbelaste activiteiten € 3,923 miljoen bedraagt. Dit leidt tot een belastinglast van € 32 duizend voor het jaar 2024. Daarnaast is in 2024 € 35 duizend euro belastingteruggave over 2022 gerealiseerd, waardoor de belastinglast uitkomt op € 3 duizend negatief. NV VGA maakt voor de vennootschapsbelasting geen onderdeel uit van een fiscale eenheid met de gemeente Amsterdam, maar wel voor de omzetbelasting.

Beleggingen
In 2024 is naast de portefeuille met obligatiebeleggingen een portefeuille met kortlopende vastrentende beleggingen à € 12,000 miljoen toegevoegd waarmee de totale beleggingen zijn gestegen naar € 42,580 miljoen. Deze € 12,000 miljoen is kortlopend belegd waarbij iedere maand een herbelegging plaatsvindt met een nieuwe looptijd van twaalf maanden. Afhankelijk van de liquiditeitspositie kunnen hierin wijzigingen plaatsvinden waarmee wordt gestuurd op liquiditeit, rendement en risico.
Schadevoorzieningen
De totale voorziening bestaat uit de dossiervoorzieningen voor aangemelde schaden, verhoogd met een schatting van extra voorzieningen aangehouden voor schaden uit voorgaande jaren die nog niet bij NV VGA gemeld zijn en een schatting van de verwachte toekomstige afloop van de dossiervoorzieningen inclusief een risicomargevoorziening. Daarnaast wordt een voorziening opgenomen voor de schadebehandelingskosten. De bruto schadevoorziening steeg met € 4,290 miljoen naar € 55,053 miljoen (2023: € 50,763 miljoen) waarbij het aandeel herverzekeraars daalde naar 43,2% (2023: 43,9%). De netto voorzieningen stegen daardoor met 9,8% naar € 31,287 miljoen (2023: € 28,483 miljoen), na jarenlang vrij stabiel te zijn geweest rond € 28 miljoen. Deze stijging leidt ook tot een hogere solvabiliteitskapitaalvereiste.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit het aandelenkapitaal en de overige reserves. In 2023 was de nettowinst € 4,235 miljoen. In 2024 is € 4,235 miljoen uitgekeerd aan de aandeelhouder de gemeente Amsterdam. De nettowinst over 2024 bedraagt € 4,095 miljoen. Het eigen vermogen is daarmee gedaald met € 140 duizend naar € 35,898 miljoen.
Solvabiliteit
De solvabiliteit is gedaald naar 301% (2023: 333%). In de solvabiliteit is rekening gehouden met het nog uit te betalen dividend per einde boekjaar. Het solvabiliteitskapitaalvereiste stijgt met 7,9% naar € 11,782 miljoen en veroorzaakt het grootste effect op de daling van de solvabiliteit. Dit is met name veroorzaakt door het hogere schaderisico dat verband houdt met de stijging van de netto technische voorzieningen met € 2,804 miljoen. Deze stijgingen leiden tot een hogere kapitaalsbehoefte die binnen de hoge solvabiliteit goed kan worden geabsorbeerd boven de dividendgrens van 250%.

Financieel rendement
Het rendement op eigen vermogen daalt in 2024 naar 11,4% en ligt daarmee op het gemiddelde van de afgelopen 5 jaar. Naast de solvabiliteit is het rendement op eigen vermogen een belangrijke indicator voor de financiële gezondheid van onze organisatie. Een gemiddeld rendement tussen de 10% en 15% kan als financieel gezond worden beschouwd in de schadeverzekeringssector.


Interview
Het mooiste vak dat er is
Wout Jan Weide is senior risk engineer bij Chubb. ‘Van museum tot parkeergarage, van ziekenhuis tot scheepswerf: als risk engineer kom je overal. Het is het mooiste vak dat er is. Verzekeren saai? Integendeel, ik heb een afwisselende en uitdagende baan.’
Op bedrijfsbezoek
‘Als risk engineer hou ik me bezig met de risico’s die van invloed zijn op de verzekeringen van een organisatie. In mijn geval is dat specifiek de brandverzekering. Ik kom bij bedrijven om hun risico’s in kaart te brengen, zodat een verzekeraar als VGA de polis en premies hierop kan afstemmen. Verzekeren is het afdekken van onzekere voorvallen, dus hoe meer je als bedrijf je risico’s beheerst, hoe gunstiger de premie. Als ik een bedrijfspand bezoek, kijk ik naar verschillende zaken: hoe brandbaar is het gebouw en hoe zit het met de buren? Welke activiteiten vinden er plaats? Zijn de procedures op orde? Wordt de elektrische installatie geregeld gecontroleerd? Zit er een goede sprinklerinstallatie in? Ik spreek met de mensen daar, breng processen in kaart en loop het hele pand door. Ik maak hen bewust van bepaalde gevaren en adviseer hoe het beter kan. Ik schrijf mijn bevindingen op in een rapport en onze acceptant bij Chubb beoordeelt vervolgens of de risico’s acceptabel zijn of dat die buiten onze ‘risk appetite’ vallen.’
Veilig bouwen met oog voor continuïteit
‘Ik werk al elf jaar samen met VGA. Zij vragen ons bijvoorbeeld mee te kijken als een zakelijke klant zonnepanelen wil laten aanleggen. Wij bekijken dan de specificaties: hoe willen ze bouwen? Hoe brandbaar is het dak? Is het überhaupt verstandig om het te doen? En hoe kan je het veiliger doen? Naast aanpassingen aan bestaande panden, doen we ook nieuwbouwbegeleiding. Wij geven organisaties adviezen die verder gaan dan de wettelijke vereisten van het Bouwbesluit. Veel mensen denken bijvoorbeeld, ik heb toch een veilig gebouw? Want de brandweer vindt het goed. Natuurlijk is het de hoogste prioriteit dat iedereen veilig buiten komt bij brand, maar je kunt er ook wat aan doen om te voorkomen dat het pand helemaal verloren gaat. Investeer je iets meer bij de bouw, dan kan dat voorkomen dat bedrijfsactiviteiten voor langere tijd stilliggen na brand. We denken daarom aan de voorkant graag mee met verzekerden om zoveel mogelijk de continuïteit van een bedrijf na onvoorziene voorvallen te helpen borgen.’