Balans
Welkom > Inhoudsopgave > Bestuursverslag > Balans
Beleggingen
Het VGA treasury- en beleggingsbeleid is vastgelegd in het treasurystatuut. Het beleggingsbeleid en het beleggingsplan vormen een onlosmakelijk onderdeel van het treasurystatuut. Het beleggingsbeleid geeft algemene richtlijnen rondom beleggingen. Het beleggingsplan beschrijft het beleggingsbeleid per boekjaar, geënt op de actuele stand van de kapitaalmarktrente en afgestemd met de actuele financiële (kapitaal)positie en het kapitaalbeleid van VGA. Het treasurybeleid richt zich op de volgende primaire doelstellingen:
- zorgdragen voor tijdige beschikbaarheid van de nodige liquide middelen;
- beheersen van financiële risico’s (prudent);
- minimaliseren van de interne en externe kosten;
- optimaliseren van het rendement op de beschikbare liquiditeiten en beleggingen binnen vastgestelde limieten en richtlijnen.
Het beleggingsbeleid van VGA heeft een prudent karakter, dat wil zeggen dat gelden uitsluitend worden belegd bij partijen met hoge kredietwaardigheid en dat hoge financiële risico’s en lasten worden beperkt tot het minimum. De beleggingen vinden alleen plaats in vastrentende producten (zoals obligaties, deposito’s en staatsleningen) met een voldoende rating:
a) gegarandeerde leningen aan (direct of indirect) aan de overheid gerelateerde instellingen, met een minimale rating (kredietwaardigheid) van A- (S&P)/A3 (Moody’s) en
b) obligaties of deposito’s uitgegeven door private banken/financiële instellingen met minimale rating van A (S&P)/A2 (Moody’s).
Vorderingen
Ten opzichte van het vorig verslagjaar zijn de openstaande vorderingen met circa € 1.293.000 toegenomen tot € 2.292.000. De toename betreft enerzijds de vordering op herverzekeraars die is toegenomen met € 783.000 tot een bedrag van € 1.394.000. Anderzijds is de vordering op verzekerden toegenomen met circa € 400.000 tot een bedrag van € 489.000. De vordering inzake bemiddeling is toegenomen met € 112.000 tot een bedrag van € 394.000. Voor oninbaarheid op verzekerden is een voorziening gevormd. Deze voorziening is voor 2022 wederom € 12.000 (2021: € 12.000). De voorziening voor oninbaarheid op vorderingen op herverzekeraars is afgenomen met € 131.000 tot € 100.000. Op de vordering vanuit bemiddeling is een voorziening opgenomen van € 19.000 per ultimo 2022 (2021: € 53.000).
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit het aandelenkapitaal en de overige reserves. In 2021 was de nettowinst € 3.965.000. Deze winst is toegevoegd aan de overige reserves. De onverdeelde nettowinst over 2022 bedraagt € 3.421.000.
Technische voorzieningen
Voorziening voor niet-verdiende premies
Alle voor risico van VGA gesloten verzekeringen eindigen per ultimo boekjaar. Er is derhalve geen voorziening voor niet-verdiende premies opgenomen.
Voorzieningen voor te betalen schaden
Het bruto schaderesultaat is opgebouwd uit de betaalde schaden en mutaties in voorzieningen voor nog te betalen schaden en behandelingskosten. Na een schademelding wordt, afhankelijk van de schadeoorzaak, een standaard aanvangsreserve aangelegd. Deze aanvangsreserve wordt door de schadebehandelaar zo snel mogelijk aangepast aan de reële inschatting van de omvang van de schade. Wijzigingen van deze inschatting worden meegenomen in het resultaat van het jaar waarin deze wijzigingen worden aangebracht. Dit is de reguliere voorziening voor aangemelde schaden op dossierniveau (best estimate). Daarbovenop worden statistisch bepaalde voorzieningen aangehouden voor schaden uit voorgaande jaren die nog niet gemeld zijn en/of waar onvoldoende voorzieningen voor zijn aangelegd (IBNR: Incurred But Not Reported en IBNER: Incurred But Not Enough Reserved). De voorziening voor te betalen schaden is inclusief een voorziening voor de schadebehandelingskosten (CSE: Claims Settlement Expenses). Op grond van het Besluit prudentiële regels Wft (Bpr) wordt jaarlijks getoetst of en in hoeverre deze voorzieningen adequaat zijn aan de hand van de ontwikkeling van de reguliere schadelast. Ook over dit boekjaar heeft een actuarieel onderzoek naar de toereikendheid van de door VGA vastgestelde reserves plaatsgevonden, de zogenaamde toereikendheidstoets. Op basis van deze toets is geconstateerd dat de aangehouden voorzieningen toereikend en prudent zijn met een aanwezige toetsmarge van € 3.831.000. De bruto schadevoorziening is per eind 2022 € 65.384.000 (2021: € 82.732.000). Eind 2022 is een vaststellingsovereenkomst bereikt inzake één significante schade van circa € 10 miljoen. Dit bedrag is zowel in het bruto als herverzekerde deel van de technische voorziening opgenomen. Begin 2023 heeft de betaling hierop plaatsgevonden.
Te betalen schaden
Nadat een best estimate van de voorziening voor te betalen schaden is gemaakt, vindt ter bepaling van de marktwaarde schadevoorziening onder het Solvency II regime, verdiscontering van toekomstige kasstromen plaats door middel van gebruik van de rentetermijnstructuur per einde jaar zoals opgegeven door de European Insurance and Occupational Pensionfunds Authority (EIOPA). De EIOPA is de Europese toezichthouder van de verzekeraars en pensioenfondsen. Hierop wordt geen Volatility Adjustment (VA) toegepast.
Risicomarge
Naast de bepaling van de beste inschatting van de voorziening wordt tevens een risicomarge bepaald. De risicomarge is door VGA vastgesteld op basis van simplificatiemethode 2 conform Richtsnoer 61 (1.114) van de Solvency II Richtsnoeren (EIOPA- BoS-14/166) met betrekking tot de waardering van technische voorzieningen. Hierbij geldt de uitloop van de voorziening voor te betalen schade als proxy voor de uitloop van de toekomstige SCR en bijbehorende ‘cost of capital’ ad 6% (Art. 39 uit Gedelegeerde Verordening). Deze projectie van de ‘cost of capital’ is vervolgens contant gemaakt op basis van de Solvency II rentetermijnstructuur per 31 december 2022 zoals gepubliceerd door EIOPA. Ook hier is voor de berekeningen geen gebruikgemaakt van een Volatility Adjustment. Op totaalniveau is sprake van een bruto marktwaarde schadevoorziening (bestaande uit de geschatte te betalen schaden, volgens de jaarrekening, plus de voorgeschreven prudentiële opslag, de verdiscontering, de risicomarge en de premiereserve) van € 57.657.000.
Herverzekering
Herverzekering BW 2.9 wordt voor Solvency II gecorrigeerd voor verwachte verliezen door wanbetaling van tegenpartijen.
Marktwaarde schadevoorziening
Na herverzekering resteert een totale technische voorziening naar marktwaarde (Solvency II) van € 22.234.000.
Fiscale positie
In het kader van de Wet Modernisering Vennootschapsbelastingplicht Overheidsondernemingen is de vennootschap VGA vanaf 2016 belastingplichtig geworden voor de vennootschapsbelasting (Vpb). Op basis van de door VGA gehanteerde uitgangspunten is de winst uit belaste activiteiten € 678.000 en de winst uit onbelaste activiteiten € 2.875.000. De vennootschapsbelasting in 2022 bedraagt € 132.000. VGA maakt voor de vennootschapsbelasting geen onderdeel uit van een fiscale eenheid met de gemeente Amsterdam. Voor de omzetbelasting vormt VGA een fiscale eenheid met de gemeente Amsterdam.